top of page
Foto van schrijverAdmin

Absence of Improvement With Exercise in Some Patients With Knee Osteoarthritis: A Qualitative Study


Arthritis Care Res (Hoboken). 2023 Jan 3.

Hinman RS, Jones SE, Nelligan RK, Campbell PK, Hall M, Foster NE, Russell T, Bennell K


Gereviewd door David Vandeput, PT MSc, Dipl. MT en MDT



Afwezigheid van verbetering door middel van oefeningen bij sommige patiënten met knieartrose: Een kwalitatieve studie van respondenten en niet-respondenten.


Het artikel is een kwalitatieve studie die de ervaringen en perspectieven onderzocht van patiënten met knieartrose die deelnamen aan een gerandomiseerde gecontroleerde studie van oefentherapie. De studie had als doel te begrijpen waarom sommige patiënten verbeterden met oefeningen terwijl anderen dat niet deden.

De studie interviewde 26 patiënten geclassificeerd als respondenten of niet-respondenten op basis van hun veranderingen in pijn en functie na 12 weken oefentherapie. De interviews toonden aan dat beide groepen vergelijkbare percepties hadden van oefeningen, zoals de voordelen, uitdagingen en barrières.

Niet-respondenten meldden echter ook meer beperkingen in de uitkomstmetingen van de studie, zoals pijnintensiteit en -frequentie, die hun algehele ervaring van leven met knieartrose niet vastlegden. Niet-respondenten hadden ook meer moeite met overgewicht, comorbiditeiten, stressoren en levensgebeurtenissen die het naleven van het oefenprogramma en de resultaten beïnvloedden.


De studie concludeerde dat het uitblijven van respons op oefentherapie bij sommige patiënten met knieartrose mogelijk wordt beïnvloed door meerdere factoren, naast pijn en functie.


Enkele barrières voor niet-respondenten op oefentherapie zijn:


● Genetische factoren die op een bepaalde manier invloed heeft op het lichaam en zo anders reageert op oefenstimuli, zoals spiervezeltype, mitochondriale functie en genexpressie.

● Omgevingsfactoren die de naleving en motivatie van oefeningen beïnvloeden, zoals sociale ondersteuning, toegang tot faciliteiten, tijdbeperkingen en weersomstandigheden.

● Psychologische factoren die de perceptie en het plezier van oefeningen beïnvloeden, zoals zelfeffectiviteit, stemming, verwachtingen en voorkeuren.

● Gezondheidsgerelateerde factoren die de capaciteit en het herstel van oefeningen beperken, zoals comorbiditeiten, blessures, ontstekingen en medicijngebruik.


Deze barrières kunnen met elkaar interageren en verschillen per individu. Het kan daarom nuttig zijn om vroegtijdig niet-respondenten te identificeren en oefeninterventies aan te passen aan hun specifieke behoeften en doelen.

De studie vond dat respondenten positievere opvattingen hadden over oefeningen, meer zelfeffectiviteit, meer sociale steun en minder pijn dan niet-respondenten.


Bemerkingen reviewer:


Sterktes en zwaktes van deze studie:


Sterke punten van deze studie zijn onder andere het kwalitatieve ontwerp, wat rijkere informatie biedt dan de weinige bestaande kwantitatieve studies en deze studie maakte ook deel uit van een RCT. De interviewing procedure moedigde deelnemers aan om een ​​reeks biopsychosociale factoren te verkennen die hebben bijgedragen aan de (niet) respondenten op lichaamsbeweging.


Zwakte, zijn oa. dat veertien andere deelnemers waren in aanmerking gekomen en uitgenodigd om deel te nemen, maar hebben niet gereageerd of geweigerd. Het is niet duidelijk of hun gegevens de bevindingen zouden hebben veranderd.

Ook zijn er nog enkele baises te vermelden over deze studie. Er is sprake van een Selectie-bias die ontstaat doordat deelnemers geselecteerd worden op basis van hun respons op de interventie, zonder rekening te houden met andere factoren die hun respons kunnen beïnvloeden. De auteurs van de studie erkenden deze beperking en raadden aan om in toekomstige studies meer uitgebreide criteria te gebruiken om responders en non-responders te definiëren. Ook is er een onvermijdelijke Recall-bias ontstaan wanneer deelnemers gevraagd worden hun ervaringen tijdens de interventie te herinneren, omdat ze mogelijk moeite hebben om nauwkeurig te herinneren of beïnvloed kunnen worden door hun huidige resultaten of gevoelens.

De criteria voor het dichotomiseren van de twee groepen waren gebaseerd op de verbetering van zowel pijn als functie na 3 maanden en het behoud van deze verbetering na 9 maanden. Echter, de studie rapporteerde niet veel details significante verschillen tussen de responders en non-responders.



Wat kunnen we eruit leren?


Sommige belemmerende factoren kunnen met behulp van kennis en vaardigheden van zelfmanagment gestuurd worden.


Zelfmanagement is een strategie waarbij patiënten een actieve rol spelen in het beheersen van hun gezondheidstoestand. Bij zelfmanagement voor knie-artrose kan het gaan om actief blijven, een uitgebalanceerd dieet, gewichtsverlies, goed slapen, het gebruik van warme of koude kompressen, pijn onder controle houden, het proberen van spalken of beugels en overleggen met de arts over supplementen en complementaire geneeswijzen.


Zelfmanagement kan helpen bij het verbeteren van pijn, kniefunctie, stijfheid, mentale gezondheid en kwaliteit van leven bij patiënten met knie-artrose.

Clinici dienen de opvattingen van patiënten over lichaamsbeweging, zelfeffectiviteit, sociale ondersteuning en pijn te beoordelen voordat zij oefen- en lichamelijke activiteit-interventies voorschrijven voor knie-artrose. Clinici moeten op maat gemaakte educatie, feedback, coaching en aanmoediging bieden aan patiënten om hun therapietrouw en motivatie voor lichaamsbeweging en lichamelijke activiteit te verbeteren.


Er zijn andere onderzoeken uitgevoerd naar de effecten van oefen- en lichamelijke activiteit-interventies voor knie-artrose, maar deze hebben zich gericht op verschillende aspecten, zoals intensiteit, type, duur en uitkomstmaatregelen. Enkele van hun bevindingen zijn:


Een systematische review en meta-analyse vond dat ‘land-based-exercise-therapy’ de fysieke activiteit niveaus verbeterde bij mensen met knieartrose, maar de effecten waren klein en inconsistent over de studies heen (2)


Een andere systematische review en meta-analyse vergeleek hoog-intensieve versus laag-intensieve oefeningen of fysieke activiteiten voor mensen met knie- of heupartrose. Ze vonden geen significant verschil tussen de twee groepen qua pijn, functie, kwaliteit van leven of nadelige effecten. Ze merkten echter op dat hoog-intensieve interventies mogelijk gunstiger zijn voor sommige subgroepen van patiënten, zoals die met lagere baselinelpijn of hogere body mass index. (3)


Een ander gerandomiseerd klinisch onderzoek vergeleek een generieke oefening en zelfmanagement interventie met voortgezette huisartsenzorg voor mensen ouder dan 50 jaar met heup-/knieartrose en/of lage rugpijn. Het bleek dat de interventiegroep significant grotere verbeteringen had in fysieke activiteit niveaus, pijnintensiteit, beperkingen, kwaliteit van leven, angst, depressie en zelfeffectiviteit dan de controlegroep na 6 maanden (4)


Zelfmanagement vaardigheden in het herkennen van belemmerende factoren en bevorderende factoren kun je terugvinden in de KNGF-richtlijn Zelfmanagment, ook wordt deze vaardigheden getraind tijdens onze WVVK opleiding over de richtlijn van Knie en Heup OA.


Link naar het volledig origineel artikel

of via Pubmed


_________

1. Hinman RS, Jones SE, Nelligan RK, Campbell PK, Hall M, Foster NE, Russell T, Bennell KL. Absence of Improvement With Exercise in Some Patients With Knee Osteoarthritis: A Qualitative Study of Responders and Nonresponders. Arthritis Care Res (Hoboken). 2023 Jan 3. doi: 10.1002/acr.25085. Epub ahead of print. PMID: 36594402.


2. Bell EC, Wallis JA, Goff AJ, Crossley KM, O'Halloran P, Barton CJ. Does land-based exercise-therapy improve physical activity in people with knee osteoarthritis? A systematic review with meta-analyses. Osteoarthritis Cartilage. 2022 nov;30(11):1420-1433. doi: 10.1016/j.joca.2022.07.008. Epub 2022 Aug 12. PMID: 35970256.



3. Regnaux JP, Lefevre-Colau MM, Trinquart L, Nguyen C, Boutron I, Brosseau L, Ravaud P. High-intensity versus low-intensity physical activity or exercise in people with hip or knee osteoarthritis. Cochrane Database Syst Rev. 2015 Oct 29;2015(10):CD010203. doi: 10.1002/14651858.CD010203.pub2. PMID: 26513223; PMCID: PMC9270723.


4. Walsh N, Jones L, Phillips S, Thomas R, Odondi L, Palmer S, Cramp F, Pollock J, Hurley M. Facilitating Activity and Self-management for people with Arthritic knee, hip or lower back pain (FASA): A cluster randomised controlled trial. Musculoskelet Sci Pract. 2020 Dec;50:102271. doi: 10.1016/j.msksp.2020.102271. Epub 2020 Oct 10. PMID: 33068901.


5. Wu Z, Zhou R, Zhu Y, Zeng Z, Ye Z, Wang Z, Liu W, Xu X. Self-Management for Knee Osteoarthritis: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials. Pain Res Manag. 2022 Mar 2;2022:2681240. doi: 10.1155/2022/2681240. PMID: 35281344; PMCID: PMC8906975.


6. Zugui Wu, Rui Zhou, Yue Zhu, Ziquan Zeng, Zixuan Ye, Zhenbang Wang, Wengang Liu, Xuemeng Xu, "Self-Management for Knee Osteoarthritis: A Systematic Review and Meta-Analysis of Randomized Controlled Trials", Pain Research and Management, vol. 2022, Article ID 2681240, 19 pages, 2022.

225 weergaven0 opmerkingen

Comments


bottom of page