Motorisch leren in de kinesitherapie Valentin Schroyen, PT Fac. Revalidatiewetenschappen, Universiteit Hasselt
- Admin
- 23 mrt
- 2 minuten om te lezen
In de dagelijkse praktijk zijn kinesitherapeuten voortdurend op zoek naar de meest efficiënte en effectieve werkwijze om motorisch leren van hun patiënten te optimaliseren. Daarbij zijn er tal van vragen, zoals: welke is de meest aangewezen leerstrategie om de functionaliteit van de patiënt? welke leerprincipes dien ik toe te passen? welke instructies geef ik? welke feedback geef ik, en wanneer geef ik die? hoe organiseer ik de praktijksessie? Deze en andere praktijkvragen blijven vaak onbeantwoord omdat er nog maar een beperkte hoeveelheid aan wetenschappelijk evidentie is voor welke motorische leerstrategie het beste werkt voor welke patiënt en onder welke omstandigheden.
Tevens stelt zich het probleem dat door de veelzijdige benaderingen van dit onderwerp –
gedragswetenschappen; psychologische, neurofysiologische, en computationele invalshoeken - een groot aantal therapeuten door de bomen het bos niet meer zien.
Gevolg is dat er geen eenvormigheid is in de toepassing van de actuele kennis van het domein, en dat iedereen ‘naar best vermogen’ handelt.
Onderzoek naar de toepassing van motorisch leren in de praktijk toont aan dat ondanks de brede erkenning dat motorisch leren zeer relevant is voor de kinesitherapie en revalidatie, het systematisch toepassen van de aanwezige kennis zeer beperkt is. Eén van de factoren die daar een rol in spelen is het ontbreken van een praktijkmodel om theoretische concepten om te zetten in een bruikbare praktijktoepassing.
Om dit probleem op te vangen wordt in het onderhavige artikel ‘Introductie tot motorisch leren in de kinesitherapie: een praktijkgericht raamwerk’ een raamwerk voorgesteld dat in de klinische praktijk bruikbaar is. Het beschreven raamwerk is zo opgebouwd dat de verschillende componenten van het raamwerk naadloos kunnen gekoppeld worden aan de diagnostische en therapeutische fase van het kinesitherapeutisch handelen. Zodoende ambieert het raamwerk kinesitherapeuten te assisteren bij het maken van keuzes over het toepassen van motorisch leren in de praktijk.
Tevens biedt het raamwerk een algemeen en geordend overzicht van de componenten die in verband met motorisch leren beschreven worden. Op die manier faciliteert het de lectuur en studie van aanverwant studiemateriaal in het studiedomein van motorisch leren.
In het aansluitende Physios-artikel ‘Hoe zijn instructies en feedback te gebruiken bij het aanleren van motorische vaardigheden aan kinderen' van Ingrid van der Veer en collegae ligt de focus op het gebruik van instructies en feedback bij het aanleren van motorische vaardigheden bij kinderen. Internationale experts op het gebied van motorisch leren bij kinderen benadrukten het belang van klinisch redeneren en stelden dat een adequate analyse van het kind, de taak en de omgeving noodzakelijk is om te bepalen welke instructies en feedback gebruikt moeten worden.
Daarom hebben de auteurs op basis van eigen onderzoek en eerdere bevindingen vanuit de
literatuur het ‘kwadrantenmodel voor instructie en feedback’ ontwikkeld. Dit model toont dat
instructies en feedback te gebruiken zijn om de motivatie van kinderen te bevorderen of om ze inhoudelijke informatie te geven over de taakuitvoering. Daarnaast laat het model zien welke parameters te variëren zijn om de instructies en feedback af te stemmen op het kind, de taak en de omgeving.